Gepubliceerd op 27 mei 2020
Het evenwicht tussen genen, omgeving en prestaties
Natuur versus opvoeding is het onderwerp van verschillende wetenschappelijke onderzoeken die menselijk gedrag onderzoeken. Worden je handelingen en persoonlijkheid bepaald door je genen of door de omgeving waarin je opgroeit? In veel gevallen blijkt uit de resultaten dat beide factoren van invloed zijn.
Ook voor de dierfokkerij geldt dat dezelfde genetica in twee verschillende omgevingen tot verschillende prestaties kunnen leiden. De genetische code (of het genotype) van een dier is gekoppeld aan verschillende eigenschappen en de interactie tussen het genotype en de omgeving kan leiden tot een verschil in prestatie. Dit heet het 'Genotype-omgevingseffect' (GxE). GxE kan worden waargenomen op fenotypisch niveau en kan enorme invloed hebben op genetische verbeteringen. Onze evenwichtige fokprogramma's houden op een aantal verschillende manieren rekening met GxE om te waarborgen dat onze dieren goed presteren in een commerciële omgeving.
Binnen de R&D-afdeling van onze business unit Varkens wordt GxE op een aantal manieren gemanaged. Onze nucleusfokkerijen bevinden zich in verschillende regio's, waaronder Frankrijk, Spanje en Canada, waar de dieren voer krijgen met dezelfde dieetspecificaties. De ingrediënten waaruit het dieet bestaat, verschillen echter per land of per regio. Bovendien hebben we doordat we tussen Europa en Canada sperma uitwisselen in beide regio's familieleden en kunnen we beoordelen hoe dieren presteren als ze de lokale voeringrediënten eten.
Daarnaast is BioHypor een programma voor de zeugenlijnen, waarbij een mini-nucleusfokkerij wordt opgezet binnen het productiesysteem van onze klanten. Deze systemen bevinden zich verspreid over de wereld, waardoor wij in alle omgevingen gegevens over voortplantingseigenschappen kunnen verzamelen. Naast de voortplantingsgegevens die we via het BioHypor-programma op de nucleusfokkerijen verzamelen, verzamelen we de voortplantingsgegevens van nog eens 75.000 – 100.000 zeugen die we van onze klanten ontvangen. Door de gegevens uit deze bronnen met elkaar te combineren, krijgen we beter inzicht in de prestaties in veel verschillende omgevingen en kunnen wij deze prestaties beter voorspellen.
Binnen de eindberenlijnen is CCPS (gecombineerde kruising- en zuiverrasselectie) opgezet om de vleesvarkensprestatie van de driewegkruising onder commerciële omstandigheden te testen. Hiervoor testen we honderden nakomelingen van elke beer om gegevens te verzamelen over hoe deze nakomelingen onder commerciële omstandigheden zullen presteren. Onlangs hebben we een nieuwe vorm van CCPS opgezet, waarbij het met name gaat om leefbaarheid. Dit is een eigenschap met lage overerfbaarheid. Daarom testen we met een groter aantal nakomelingen per beer om te komen tot een goede differentiatie tussen beren/families.
Onze R&D-afdelingen werken elk jaar continu aan het verbeteren van prestaties. Een deel van dit werk omvat testen en verzamelen van gegevens uit veel verschillende systemen om meer inzicht te krijgen in de interactie tussen genotype en omgeving. Dit is allemaal ten behoeve van de waardeketen om efficiënte, gezonde producten voor de markt te kunnen leveren. Dit leidt weer tot betere fokmethodes, voor een beter leven in de toekomst.
